Van de Duitse Piratenpartij tot een Europese 'commons' coalitie

From P2P Foundation
Jump to navigation Jump to search

Bron

Jean Lievens:

Van de Duitse Piratenpartij tot een Europese coalitie…

Oorspronkelijke tekst: “A German Pirate Party could bring a European coalition” gepubliceerd op 19/04/2012 – Al Jazeera

URL = http://www.aljazeera.com/indepth/opinion/2012/04/2012416102253184145.html


Tekst

Michel Bauwens:

Een nieuwe meerderheid is in de maak: een groep natuurlijke bondgenoten voor een maatschappelijke omvorming rond de commons.

Chiang Mai, Thailand - Nieuwe sociale bewegingen beginnen altijd als een subcultuur van mensen die nieuwe sociale praktijken uitvinden. De Zweedse Piratenpartij ontstond uit gemeenschappen rond file sharing. Het waren eenvoudige muziekliefhebbers die hun geliefkoosde muziek en nieuwe ontdekkingen wilden delen.

Al gauw ondervonden ze aan de lijve dat wat ze deden eigenlijk illegaal was. De feodale eigenschappen van intellectuele eigendomsrechten verlenen de gebruiker geen soevereiniteit over het materiaal dat ze verworven hebben. Delen is verboden omdat de amusementsindustrie haar rendement wil verzekeren.

Dergelijke gemeenschappen beginnen meestal niet meteen het systeem aan te vallen dat hun vrijheid om delen onderdrukt, maar werken aan alternatieven zoals de nieuwe Creative Commons en andere copyleft-licenties die hun recht op delen legaliseren. Ze bouwen ook een hele technische infrastructuur die steunt op gedistribueerde filesharing. Het bekendste voorbeeld is de Pirate Bay.

Maar bij de ontwikkeling van een nieuwe sociale beweging en cultuur is een derde stap onvermijdelijk. Het is het moment van ontdekking: om te overleven en zich verder te kunnen ontwikkelen, is politieke macht cruciaal. Het is niet genoeg om nieuwe instellingen te creëren aan de mare van de samenleving; het is nu eenmaal onontbeerlijk dat er meer efficiënte verdedigingsmechanismen in stelling worden gebracht tegen de voortdurende aanvallen van de overheersende machten.


Speler #1: De Piratenpartijen

Dit groeiende bewustzijn rond filesharing gaf aanleiding tot de oprichting van de Zweedse Piratenpartij onder leiding van Rick Falkvinge. Het was de eerste partij die benadrukte dat het noodzakelijk was om de nieuwe ‘informatiecommons’ te verdedigen en uit te breiden en ook begreep dat dit alleen mogelijk was als we het institutioneel kader en de machtsstructuren veranderen. Het eerste electorale succes in Zweden bereidde de weg voor van een nieuw succes in de lokale verkiezingen in Berlijn. In beide gevallen kregen de Piraten de meerderheid van de jongeren achter zich. Dat maakt van hun overwinningen een voorbode van een belangrijkere sociale revolutie, aangedreven door de peer-to-peer (P2P) gesocialiseerde jeugd.

In het geval van Duitsland heeft de partij onder leiding van mensen zoals Andreas Baum duidelijk een progressieve agenda aangenomen. Haar benadering voor de commons beperkt zich niet uitsluitend tot de digitale commons, maar houdt ook rekening met fysieke commons. Op dat vlak is ze voorstander van gratis openbaar vervoer voor iedereen en een algemeen basisinkomen waardoor arbeid niet langer beschouwd wordt als verhandelbare koopwaar op de (arbeids)markt, maar een commons. Opiniepeilingen geven aan dat de gemiddelde steun voor de Piratenpartij schommelt rond 12 procent, wat betekent dat een electorale doorbraak in de Duitse federale verkiezingen vrijwel zeker is.

We kunnen het belang daarvan moeilijk overschatten. Als zonder de Piraten geen nationale coalitieregering kan worden gevormd -wat (bij dit schrijven) waarschijnlijk is- zou Duitsland niet langer onder druk van Amerikaanse conglomeraten verdere beperkingen opleggen inzake intellectuele eigendomsrechten. Waarschijnlijk zou Duitsland ook beginnen met de ontmanteling van de reeds bestaande restricties. De Oost-Europese staten verzetten zich vrijwel zeker tegen een strenger IP-regime en als ook het dominante Duitsland het spel niet langer zou meespelen, is dit meteen het einde van de Europese steun voor een internationale versterking van intellectuele eigendomsrechten. Met andere woorden, een overwinning van de Duitse Piratenpartij zou eigenlijk neerkomen op een globale overwinning van de krachten die ijveren voor vrije ‘informatiecommons’.


Speler #2: De Groenen

Maar dat is niet het einde van het verhaal. Onze beschaving is niet alleen het slachtoffer van artificiële schaarste en beperkingen op het delen van cultuur en wetenschap, maar ook van een gebrek aan erkenning van de fysieke commons waarvan het menselijk leven afhangt. Zoals we eerder aantoonden, steunt onze maatschappij op “pseudo-overvloed” –de waan dat we de natuur tot in het oneindige kunnen ontginnen zonder rekening te houden met haar recuperatievermogen. En wie verdedigen de ecologische en natuurlijke commons? De Groene Partijen, die stevige vertegenwoordigd zijn in het Europese politieke landschap, vooral in Duitsland.

De Groene Partijen zijn nog altijd niet uitdrukkelijk gericht op de commons, maar vooral voorstander van oplossingen die zich baseren op de overheid (bijv. koolstofbelastingen) of op de markt (bvb. uitstootbeperkingen). Niettemin verdedigen ze de integriteit van de natuurlijke commons en onder invloed van denktanks zoals de Heinrich Boll Foundation schuiven ze langzaam maar zeker op in de richting van een benadering die meer expliciet gericht is op de commons. Onlangs organiseerden de Europese Groenen een zeer succesvolle Commons Conferentie.

Dit maakt hen in mijn ogen een natuurlijke bondgenoot van de Piraten, hoewel de Groenen in Duitsland momenteel een deel van hun jonge kiezers aan het verliezen zijn aan de Piratenpartij. Beide partijen zijn ook sociologisch complementair. De Groenen zijn de partij van de oudere kenniswerkers, relatief goed verdienende professionals, terwijl de Piraten eerder bestaanonzekere jongeren aantrekken, die momenteel de meerderheid uitmaken van de nieuwe generatie kenniswerkers.


Speler #3: De arbeidersbeweging en bewegingen voor sociale rechtvaardigheid

Een coalitie van de commons, samengesteld uit de verdedigers van de intellectuele commons en van de natuurlijke commons, is zeker zinvol, maar onder één voorwaarde: dat ze wordt uitgebreid met een derde partner. Er is namelijk nog een probleem dat ons huidig sociaal en politiek systeem bedreigt: de aanwezigheid (en toename) van sociale ongelijkheid. Een coalitie van de commons zou van nature dan ook partijen moeten omvatten die staan voor sociale rechtvaardigheid en historisch verbonden zijn met de traditionele arbeidersbeweging. We staan hier voor de keuze tussen een alliantie met de sociaaldemocraten die echter elke schijn om een alternatief aan te bieden reeds lang hebben opgegeven (hoewel ze nog altijd progressieve fracties in hun middens kunnen hebben), en de nieuwe partijen van meer radicaal links die in veel Europese landen een vrij sterke aanhang hebben. Om enkele voorbeelden te geven: Die Linke in Duitsland, de beweging rond Mélenchon in Frankrijk, en de SP in Nederland waar Roemer de meest populaire politicus is.

Die partijen vertegenwoordigen in feite een derde soort commons die we nodig hebben. Buiten de informatiecommons die we als mensheid creëren, en de fysieke commons die we erven van de natuur en moeten beschermen voor de toekomstige generaties, is er een derde soort fysieke commons die we zelf maken, namelijk de commons van onze productieve middelen. Dit is altijd de hoofdzorg geweest van arbeiderspartijen en –bewegingen. Zij vertegenwoordigen de bevolking die vooral actief is in de wereld van de fysieke productie. Daarom vullen ze de basis van de Piraten en de Groenen sociologisch aan. Zowel politiek als economisch is er een betekenisvolle beweging die deze partijen naar meer commonsvriendelijke standpunten kan duwen. Naar links leunende partijen zijn inderdaad in toenemende mate georiënteerd op de commons. De Occupy beweging organiseerde bijvoorbeeld een Occupy Commons Forum en het Wereld Sociaal Forum zal de commons centraal plaatsen in aanloop van de Rio 20+ conferentie die plaatsvindt in juni aanstaande. In februari kwamen meer dan 40 Europese organisaties bijeen in Rome om te discuteren over een beleid dat gericht is op de commons.


Speler #4: de sociaalliberale partijen

Een alliantie tussen de Piraten, de Groenen en de Arbeidersbeweging is volkomen logisch, aangezien ze niet alleen steunt op politiek complementaire thema’s (elke beweging is in hoofdzaak gericht op een welbepaalde soort commons), maar ook sociologisch gezien omdat elke groep een bepaald segment van de bevolking bereikt.

Een laatste element dat een dergelijke coalitie kan aanvullen, zijn de progressieve liberale krachten, vertegenwoordigd door sociaalliberale partijen. In Denemarken bijvoorbeeld staat de Minister van Cultuur Uffe Elbaek bekend voor zijn commonsvriendelijke aanpak. Dergelijke partijen vormen een mogelijke band met sociaal progressieve ondernemers die in vele gevallen bedrijven oprichten rond gedeelde innovatiecommons. Sociologisch vertegenwoordigen ze de nieuwe middenklasse die ‘digitaal slimme’ ondernemingen van de opkomende samenwerkingseconomie oprichten.

Op die manier kunnen we een nieuwe progressieve meerderheid vormen rond vrije cultuur, respect voor de natuur en haar grenzen, de noodzaak voor sociale rechtvaardigheid en het vrije ethische ondernemerschap. Samen vertegenwoordigen ze een nieuwe politieke meerderheid voor sociale verandering.