Wat is al dat gedoe over geld

From P2P Foundation
Jump to navigation Jump to search


Bron

Jean Lievens, vertaler:

Wat is al dat gedoe over geld?

URL = http://www.aljazeera.com/indepth/opinion/2012/04/20124395428374962.html

Origineel artikel: What’s all the fuzz about money?, gepubliceerd op 05/04/2012 op Aljazeera


Tekst

Michel Bauwens:

"Schuldenvrij geld zou wel eens de oplossing kunnen zijn voor een gezond financieel systeem…

Als reactie op de wereldwijde financiële ineenstorting in 2008 kunnen we eigenlijk twee zaken aanraden voor de toekomst. De eerste is vrij eenvoudig: we moeten het financieel systeem veranderen waarbinnen de geldstromen plaatsvinden. De volgende vraag is dan natuurlijk: wat moet er precies veranderen?

De tweede zaak is de volgende. Er is een groeiende, fundamentelere discussie aan de gang in de wereld van de autonome media en hun productief publiek: wat indien het geld zelf zou moeten veranderen? Dat is geen debat over het financieel systeem op zich, maar een argument om het intrinsieke ‘ontwerp’ van geld in vraag te stellen.

Is geld dan niet gewoon maar… geld? Nee, toch niet. Discussies hierover dateren van voor het bestaan van het web, maar het internet speelde paradoxaal genoeg een belangrijke rol bij het bootleggen van een nieuwe waarheid: geld wordt ontworpen, en dat ontwerp is van belang.

We hebben dit geleerd omdat in gedistribueerde netwerken, zoals het internet en op sociale mediaplatformen waar iedereen zich met elkaar kan verbinden, er niettemin een onzichtbare architectuur aanwezig is die bestaat uit drempels die bepaalde activiteiten gemakkelijk maken (bijvoorbeeld vrienden maken op Facebook) en andere moeilijk (bijvoorbeeld je privacy beschermen op Facebook).

In een gedistribueerd netwerk waar er geen duidelijk onderscheid bestaat tussen “wij en zij”, heeft dit onzichtbare ontwerp niettemin een enorme invloed op de regels van het systeem en op ons eigenlijke gedrag. Juist dat aspect over geld beginnen we te begrijpen: geld is geen neutraal betaalmiddel, maar een instrument dat ontworpen is om bepaalde mensen te bevoordelen en onvermijdelijk anderen schade te berokkenen. Noem het een uitbreiding van protocollaire macht, of een waardegevoelig ontwerp – het is wel degelijk van belang!

Vergeet niet dat in elke traditionele maatschappij en religie geld uitlenen tegen een interest als een grote zonde wordt beschouwd. In de islam is dat vandaag trouwens nog altijd het geval. Waarom? Wanneer je interesten aanrekent in een statische, premoderne maatschappij, waardoor je meer moet terugbetalen dan het bedrag dat je geleend hebt, kan dat extra geld alleen maar komen van iemand anders. Die praktijk is destructief voor het sociale weefsel van een maatschappij zonder economische groei.

Daarom verbiedt de islam interest, en stelde het Jodendom in de Mozaïsche wet het Jubileum centraal, waarbij schulden van het bord werden weggeveegd (de zogenaamde edicten voor een ‘Schone Lei’) en schuldslaven werden bevrijd. Het kapitalisme heeft komaf gemaakt met die verboden en de sociale crisis “opgelost” door middel van economische groei. De enige manier waarop je inderdaad meer kan terugbetalen dan je geleend hebt zonder het weg te nemen van anderen, is door eindeloze economische groei.

Dat is de reden waarom het kapitalisme verplicht is om te groeien. Geen enkel bedrijf of individu met schulden kan blijven stilstaan, en dat geldt eigenlijk voor ieder van ons. Groei wordt zodoende een categorische verplichting. Niettemin blijft samengestelde interest een fenomeen dat fysische en wiskundige wetten aan haar voeten lapt. Dat betekent dat schulden die niet kunnen worden terugbetaald periodiek moeten worden weggeveegd via systeembreuken en schuldafbouw op massale schaal.

Maar wat gebeurt er als een samenleving haar ecologische grenzen overschrijdt en 1,5 keer meer verbruikt dan de aarde nu al kan regenereren? Het probleem van de samengestelde interest brengt op de duur het overleven van de menselijke soort zelf in gevaar, en op rente gebaseerd geld wordt rechtstreeks verantwoordelijk voor de vernietiging van de biosfeer. Het bestaan van kapitalisme, schuld en op interest gebaseerd geld zijn nauw met elkaar verbonden. We moeten vooral begrijpen dat interest geen natuurlijk, transhistorisch kenmerk is van geld.


Negatieve interest

In traditionele prekapitalistische maatschappijen was het inderdaad gebruikelijk om geld met negatieve interest te gebruiken. Het waardeverlies van geld weerspiegelde het voortdurende verval van natuurlijke hulpbronnen (bovendien was de “fysieke” vorm van geld ook onderhevig aan verval). In het uitstekende nieuwe boek van Bernard Lietaer, New Money for a New World, staat een zeer interessant deel over Europa in de middeleeuwen voor de veertiende eeuw, toen de bevolking in slechts drie eeuwen verdubbelde.

Lietaer schrijft dat onder het “Brakteaten”-geldsysteem tijdens de middeleeuwen mensen om de vier tot zes jaar hun munten moesten inleveren. Voor elke vijf muntstukken kregen ze bijvoorbeeld vier terug. Het gevolg was dat geld oppotten niet voordelig was en dat degenen die geld hadden het beter investeerden in productieve zaken of uitleenden. Dat was een van de hoekstenen van het economische welzijn in die tijd.

Lietaer vervolgt dat tijdens die periode landbouwers een vijfdagenweek genoten. Ze hadden niet alleen rust op de Dag des Heren, maar ook op Blauwe Maandag en meer dan 100 religieuze feestdagen. Geraamtes in kerkhoven die dateren uit die tijd tonen aan dat vrouwen toen redelijk groot waren, wat wijst op een zeer goede gezondheid. Maar na de nederlaag van Kathaarse ketters voerde de Franse koning opnieuw keizerlijk geld in en interest. Volgens Lietaer bleek het resultaat al gauw catastrofaal en de 14de eeuw was ronduit vreselijk.

Lietaer schuift hierbij een interessante hypothese naar voor. Hij beweert namelijk dat niet de pest een ravage ontketenende tijdens de Hoge Middeleeuwen, maar gecentraliseerd geld dat het sociale weefsel vernietigde waardoor de pest gemakkelijk kon doorbreken. Tegen die tijd was de druk van het bankwezen en de handelssector zo groot geworden dat de Kerk haar verzet tegen woeker langzamerhand begon op te geven. Volgens de historicus Jasques Le Goff ontstond in die periode het idee van het vagevuur, waardoor bankiers hun zonden konden afkopen en hun straf verminderen.

De beslissing van de Franse koning illustreert nog een ander aspect over ontwerp van geld, namelijk het belang van de uitgever. Voor de ontluikende nationale staten, die uiteindelijk zouden aanleiding geven tot het systeem van Westfalen, moest plaatselijk geld worden uitgeroeid zodat de nationale staat als enige geld kon uitgeven.

Vandaag is geldschepping echter vooral een privézaak geworden. Overheidsgeld wordt niet alleen gecreëerd via schulden, maar het grootste deel van het geld in omloop wordt in het leven geroepen via het hefboomeffect van de banken. Het grootste deel van het geld wordt gecreëerd door kredietverlening door private banken via een systeem van veralgemeende samengestelde interest.

Kredietverlening is uitgegroeid tot een van de belangrijkste mechanismen voor omgekeerde verdeling van rijkdom. Het is een heffing van de 1 procent op de 99 procent; financieel expert Margrit Kennedy heeft uitgerekend dat 45 procent van de prijs van goederen die kapitaalkost vertegenwoordigt. Economen als Steve Keen en Michael Hudson hebben aangetoond dat de systeembreuk van 2008 in hoofdzaak het gevolg was van een schuldencrisis, een algemeen onvermogen van overheden, ondernemingen en huishoudens om hun schulden terug te betalen. Zonder een spons te vegen over die schuld, kunnen we de economie niet heropstarten.


Een monetaire revolte?

Succesvolle experimenten met negatieve interest blijven lang niet beperkt tot lang vervlogen tijden toen ze nog de norm waren. Een beroemd “modern” geval is de introductie van de Worgl Shillings in de dertiger jaren in Oostenrijk, dat gebukt ging onder een zware economische crisis en hyperinflatie.

Nadat burgemeester Michael Interguggenberger “arbeidscertificaten” had ingevoerd die maandelijks met één procent devalueerden, groeide zijn stad uit tot een eiland van voorspoed en verminderde de werkloosheid er dramatisch. De stad werd al gauw een bedevaartsoord voor Europese en Amerikaanse macro-economen (het succesvol experiment werd echter de kop ingedrukt door de Oostenrijkse Nationale Bank die vreesde haar controle over de nationale munt te verliezen).

Zoveel is duidelijk. Niet alleen de faling van het financieel systeem, maar ook van zijn belangrijkste geldmechanismen wordt steeds duidelijker voor het grote publiek en leidt tot een nooit eerder geziene golf van alternatieve praktijken op lokaal, regionaal, en nationaal vlak en op wereldschaal. Mensen wachten niet langer op financiële hervormingen door de top, maar zijn druk bezig met het creëren van een monetaire biodiversiteit.

Plaatselijke complementaire munten genieten reeds grote bekendheid in de vorm van LETS en tijdsbanken, maar momenteel is er een echte opleving aan de gang van dergelijke praktijken, zelfs in opkomende landen als Brazilië. Gesterkt door studies die aantonen dat plaatselijke valuta de locale economie kunnen behoeden van economische cycli van opgang en neergang, zijn sinds 2008 steeds meer gemeenschappen ze beginnen in te voeren.

In een recente studie over de economische effecten van complementaire muntstelsels, besloot de Wit-Russische onderzoeker Ivan Tsikota dat ze “meer werkgelegenheid, welvaartsgroei en een betere toegang tot kredietmogelijkheden creëerden”. Analyses van interestvrije banken suggereren dat dit type van financiële instellingen middelen efficiënter kunnen toewijzen.


Nieuwe software

Er bestaan vandaag verschillende digitale internetpakketten die het beheer van dergelijke systemen vergemakkelijken. Er is echter wel een probleem van schaalvergroting, wat een van de redenen is waarom ze nu meteen worden toegepast op regionale schaal, zoals Regiogeld in Duitsland.

Een van de meer succesvolle en vaak geciteerde voorbeelden is de WIR, een 80-jaar oud wederzijds kredietsysteem in Zwitserland die 90.000 kleine ondernemingen verenigt en een bewezen anticyclisch effect heeft. Als de reguliere economie begint te sputteren, maken de deelnemers voor hun onderlinge handel meer gebruik van WIR-schuldvorderingen, wat de plaatselijke Zwitserse economie ten goede komt.

Dit wordt ook beaamd door de monetaire expert Thomas Greco: “WIR heeft over een lange periode bewezen dat het rechtstreeks vereffenen van schulden tussen kopers en verkopers zeer efficiënt is als alternatief op conventioneel geld dat via schulden door de banken wordt gecreëerd.

Richard Douthwait (1942-2011) van FEASTA (Foundation for the Economics of Sustainability) trok in zijn studie het volgende besluit: “Algemeen genomen, vermijdt de WIR de twee belangrijkste kwalen van nationale valuta: het mag nooit schaars zijn, en omdat er geen interest wordt geheven op het gebruik ervan, leidt het niet tot gedwongen groei. Bovendien hoeft het niet verdiend of geleend te worden van buitenstaanders vooraleer het kan worden gebruikt.”

Ook op nationale schaal beweegt er iets, via economische buitenbeentjes zoals Ellen Brown die openbaar bankieren verdedigt, en de voorstanders van de moderne monetaire theorie waaronder James Galbraith, Steve Keen en Michael Hudson. Hun belangrijkste argument is dat de overheid afstand zou moeten doen van geldschepping die gebaseerd is op schulden en geld zou moeten pompen in de economie voor productieve in plaats van speculatieve doeleinden.

Er bestaat heel wat historisch bewijs dat aantoont dat dergelijke geldschepping geen inflatie veroorzaakt en dat een dergelijke politiek wel degelijk werkt om landen uit de crisis te helpen (een recent voorbeeld is Argentinië). De weigering om banken te redden, ligt ook aan de basis van de economische opleving in IJsland. Mochten de Grieken dat voorbeeld maar volgen!


Schuldenvrije valuta

Maar de belangrijkste ontwikkeling zou wel eens de creatie van Bitcoin kunnen zijn, een sociaal onafhankelijke en schuldenvrije munteenheid dat werkt.

Bitcoin werd gelanceerd op 4 januari 2009 en heeft nu al een indrukwekkende ecologie van operationele ondersteunende infrastructuur en diensten ontwikkelt. Momenteel werkt Bitcoin als een kleinschalige mondiale reservemunt. De waarde van Bitcoin wordt afgeleid uit de dynamiek van peer-to-peer-netwerken. Nieuw geld wordt niet aangemaakt op basis van schulden, maar via rudimentaire computeractiviteit. Met Bitcoin kan je verschillende goederen en diensten betalen, lonen uitkeren, of je kunt Bitcoins omruilen tegen andere munten.

Het werkt probleemloos op wereldschaal en lost schaalproblemen op waaronder plaatselijke complementaire valuta lijden. Bitcoin staat dan ook symbool voor de verschuiving van ons wereldsysteem naar een “post-Westfaalse” fase, die niet alleen de overheersing van nationale staten overstijgt, maar ook die van private machten die zich hebben meester gemaakt van de wereld, zoals het financieel systeem van de “1 procent”.

Het is een echt P2P monetair systeem –misschien zelfs een schaduwbanksysteem voor het maatschappelijk middenveld- dat bestaat bij gratie van zijn sociale creatie en het sociale vertrouwen van de wereldwijde hackergemeenschap. Het beschermt gemeenschappen die ervoor hebben gekozen van wereldwijde financiële stormen.

Indien schuldenvrij geld inderdaad de oplossing is, kunnen we terugkeren naar een gezond monetair stelsel dat geen oneindige groei nodig heeft en dat niet zoveel mensen in de armoede drukt. We moeten daarbij echter niet wachten op de toestemming van de 1 procent en zijn instellingen, maar de voorwaarden scheppen tot verandering op de verschillende terreinen waarop burgers vandaag al initiatieven kunnen nemen."